26-11-2013 - Geen belemmering meer voor de BOF

In het bericht ‘BOF discrimineert bij meer dan 75% vrijstelling” kon u lezen dat Advocaat-Generaal (A-G) IJzerman de bedrijfsopvolgingsfaciliteit slechts gedeeltelijk in strijd vond met het discriminatieverbod en het gelijkheidsbeginsel. De regeling ging volgens de A-G te ver voor zover de vrijstelling meer bedroeg dan 75% van het ondernemingsvermogen. Uiteindelijk was het aan de Hoge Raad om een eindoordeel te vellen.

Continuïteit niet in gevaar brengen

In zijn arrest gaf de Hoge Raad aan dat een ongelijke behandeling niet was toegestaan als er geen sprake was van een redelijke en objectieve rechtvaardiging voor de ongelijke behandeling. De wetgever had daarbij een ruime beoordelingsvrijheid. Het verkrijgen van ondernemingsvermogen en het verkrijgen van niet-ondernemingsvermogen beschouwde de Hoge Raad als gelijke gevallen. Er moest een goede reden zijn om deze gelijke gevallen verschillend te behandelen.
Uit de wetshistorie bleek dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in het leven was geroepen om de continuïteit van ondernemingen niet in gevaar te brengen bij de verkrijging van ondernemingsvermogen. Daarnaast was de regeling bedoeld om het ondernemerschap in het algemeen te stimuleren. Volgens de Hoge Raad was dat voldoende om de verkrijging van ondernemingsvermogen anders te behandelen. De hoogte van het vrijstellingspercentage maakte daarbij niet uit. De regeling was dus niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel.

Bron: rendement.nl